Dynamieken in relaties die tot traumabonding leiden: een emotionele gevangenschap
Wat is traumabonding?
Traumabonding is een fenomeen waarbij iemand in een relatie een sterke emotionele band ontwikkelt met de ander, ondanks – of juist door – het leed dat wordt ervaren. Dit psychologische proces ontstaat door een complexe mix van hechting, neurobiologie en gedragsconditionering. Hoe komt het dat sommige mensen gevangen blijven in emotioneel slopende relaties?
Hechting en trauma: de psychologische kant
Volgens de hechtingstheorie ontstaan onze patronen van verbondenheid al in de vroege jeugd. Mensen met een onveilige hechtingsstijl – zoals vermijdende, angstige of gedesorganiseerde hechting – hebben een grotere kans om vast te blijven zitten in destructieve relaties.
Iedereen verlangt naar innerlijke emotionele balans, en zolang die ontbreekt, voelen we ons onbewust aangetrokken tot partners die onze kwetsbaarheden triggeren. Dit is een onbewuste manier om de confrontatie met onze eigen emotionele pijn aan te gaan en zo te groeien.
Persoonlijkheidstypes in Traumabonding
In relaties waar traumabonding optreedt spelen verschillende persoonlijkheidstypes een rol. Deze types ontwikkelen vaak hechte, maar moeizame relaties, waarbij onveilige hechtingspatronen centraal staan. Vaak werken de emotionele gevoeligheden van de partners als communicerende vaten: zo zal de perfectionist vaak terechtkomen bij een extreem kritische partner, en wie verslaafd is aan heftige emoties zal vaak een partner treffen die zeer dramatisch of onstabiel is.
Uit die confrontatie ontstaan ongezonde gedragspatronen die al gauw de relatie hard onder druk zetten. Aan de basis ligt vaak de hechtingsstijl die werd ontwikkeld in de relatie met hechtingsfiguren (ouders, opvoeders, voormalige partners, …).
Overzicht van de persoonlijkheidstypes
In onderstaand document is een overzicht te vinden van de belangrijkste persoonlijkheidstypes die vaak betrokken zijn bij traumabonding. In de tabel kan je ook aflezen wat hen aantrekt, welke identiteitsovertuigingen ze vaak hebben, welke hechtingsstijl ze vaak vertonen, en welk gedrag ermee gepaard gaat.
Door inzicht te krijgen in de onderliggende kwetsuren en de bijbehorende gedragspatronen kunnen mensen bewust werken aan hun eigen herstel en bewust de dynamieken in relaties doorbreken die tot traumabonding leiden. Het herkennen van deze types in jezelf en in je relaties kan een eerste stap zijn naar het genezen van deze dynamische relatiepatronen.
Download hier de tabel: “Persoonlijkheidstypes in traumabonding”
Hoe kom je los uit een traumaband?
Herstel begint met bewustwording. Traumabonding is een diepgeworteld proces, maar met de juiste kennis en hulp is het mogelijk om de ketenen van emotionele gevangenschap te verbreken en een pad naar heling in te slaan.
Enkele voorbeelden uit onze praktijk:
Noot: we gebruiken fictieve namen om de privacy van onze klanten te waarborgen.
Sophie en Louise
Sophie, getekend door verlatingsangst, zoekt voortdurend bevestiging bij haar partner Louise. Zij heeft eerder een vermijdende hechtingsstijl. Deze dynamiek creëert een vicieuze cirkel: Sophie’s verlangtingsangst triggert voortdurend Louise haar neiging tot terugtrekken, wat Sophie’s angst steeds terug oproept.
Er moet een veilige basis worden gecreëerd voor beide partners. Sophie moet leren haar angsten te beheersen door zelfzorg en cognitieve herstructurering, terwijl Louise emotionele nabijheid moet leren tolereren. Essentieel is ook verbindende communicatie, waarbij ze empathie en geduld ontwikkelen voor elkaars kwetsuren.
Hanneke en Jan
Hanneke is perfectionistisch omdat ze in haar jeugd vaak werd afgewezen. Jan is erg kritisch, omdat hij streng is opgevoed en zelf veel kritiek kreeg van zijn ouders. Hij heeft ook weinig aandacht van hen gekregen. Wanneer Hanneke hard werkt, kan Jan daar snel commentaar op hebben. Dit maakt dat Hanneke zich niet goed genoeg voelt, waardoor ze nóg perfectionistischer wordt. Zo blijven ze vastzitten in een vicieuze cirkel.
Zelfcompassie is essentieel voor Hanneke, zodat ze haar zelfwaarde loskoppelt van prestaties. Jan moet dan weer leren positieve feedback te geven. Beiden moeten hun destructieve overtuigingen loslaten en werken aan een cultuur van ondersteuning en acceptatie.
Peter en Eva
Eva heeft in haar jeugd onderdrukking ervaren en hecht daarom veel waarde aan haar vrijheid en zelfstandigheid. Haar partner Peter voelt zich van nature onzeker en probeert controle uit te oefenen in de relatie. Dit zorgt voor spanningen: Eva wil ruimte, terwijl Peter juist houvast zoekt door controle. Hoe meer Eva zich losmaakt, hoe onzekerder Peter wordt, wat hem aanzet om nóg meer controle te willen.
Het is belangrijk dat Eva en Peter elkaars pijnpunten begrijpen. Eva moet op een duidelijke en respectvolle manier aangeven dat ze ruimte nodig heeft, terwijl Peter moet beseffen dat minder controle niet betekent dat hij wordt afgewezen. Een gezonde balans in de relatie is cruciaal. Dit kan door beter te communiceren en meer vertrouwen op te bouwen. Peter kan werken aan zijn zelfvertrouwen, terwijl Eva begrip toont voor zijn onzekerheid.
Herken je jezelf in de beschreven dynamieken en patronen?
Groepspraktijk De Alverberg biedt een veilige ruimte om samen te werken aan het begrijpen en veranderen van deze patronen.